Algemeen

waarom vaccineren hoe werkt een vaccin wanneer vaccineren vaccicheck hond huisdier op reis vuurwerk gebitsverzorging hond castratie hond sterilisatie hond vaccineren van honden vaccineren van katten castratie kat sterilisatie kat ontwormen paard equine herpesvirus rhino rhinopneumonie herpes chippen registreren paard paardachtigen tandproblemen paard aankoop paard aankoop pony west-nijlvirus west nijl virus giftige planten struiken bomen
  • Onze dieren nemen een belangrijke plaats in in ons leven. We willen ze dan ook zo goed mogelijk beschermen tegen ziektes. Voor verschillende besmettelijke ziektes kunnen we een bescherming geven door vaccinatie.
    Bovendien komen door het regelmatig vaccineren of inenten van onze dieren, bepaalde ziektekiemen steeds minder voor. Hierdoor is de kans om deze ziektes te krijgen ook al sterk verminderd.

  • Normaal zal een gezond dier als het besmet wordt met een ziekte hiertegen antistoffen aanmaken. Als dit dier deze ziekte overleeft en genezen is, zullen deze antistoffen nog een tijd in het lichaam blijven om bij een volgende besmetting deze ziekte tegen te gaan.

    Bij een vaccinatie wordt dat deel van de ziekteverwekker dat de weerstand oproept ingespoten zonder het deel waarvan uw dier ziek wordt. Zo zal het dier antistoffen aanmaken zonder eerst ziek te zijn. De volgende keer dat uw dier in contact komt met deze ziekteverwekker, zal hij/zij hiertegen beschermd zijn.

    Deze antistoffen blijven slechts voor een zekere tijd in uw dier aanwezig. Daarom moeten deze vaccinaties op geregelde tijden worden herhaald.

  • Jonge dieren krijgen via de moedermelk afweerstoffen mee. Deze bieden een tijdelijke bescherming die snel daalt als de dieren ouder worden. Daarom wordt gestart met vaccineren als de jonge dieren bij hun moeder weggaan. Bij dieren die nooit gevaccineerd werden, kan altijd gestart worden met inenten.

    Na de eerste inspuiting wordt meestal na enkele weken een herhaling gegeven en daarna jaarlijks, maar dit is per ziekte en per dier anders. Uw dierenarts geeft hierover voldoende uitleg.

  • Er komt steeds meer vraag van hondeneigenaars om het jaarlijks vaccineren uit te stellen. Dit omdat aangetoond werd dat de beschermende antistoffen na regelmatige vaccinatie tegen bepaalde ziekten langer dan één jaar aanwezig kunnen blijven.
    Daarom wordt in onze praktijk tegen ziekten waarvoor het vaccin twee jaar werkt, maar om het jaar gevaccineerd. Je kan dit zien aan de kleuren van de stickertjes in het vaccinatieboekje.

    De VacciCheck is een test die op enkele druppels bloed gebeurt in ons eigen labo.
    Zo heb je snel een betrouwbare uitslag voor de antistoffen (bescherming) tegen hondenziekte (Canine Distemper Virus), kattenziekte (Canine Parvo Virus) en besmettelijke hepatitis (Adenovirus 1).

    WEET WEL: De jaarlijkse vaccinatie tegen de vier stammen van rattenziekte (Leptospirose) blijft wel nodig. Ook de eventuele vaccinatie tegen kennelhoest en de ziekte van Lyme (door teken) kan aangeraden zijn.

    De VacciCheck kunnen we gebruiken:

    Bij honden waarvan we de vaccinatiestatus niet kennen
    Bij honden waarvan we weten dat ze een overgevoeligheidsreactie kunnen krijgen na de vaccinatie
    Bij pups: vier weken na de basisvaccinatie om te controleren of door de vaccinatie voldoende bescherming is opgebouwd
    Bij zieke dieren om de vaccinatie veilig uit te stellen
    Indien je als eigenaar zelf vraagt om zo weinig mogelijk te vaccineren zodat we je daar op een veilige manier in kunnen begeleiden

     

    De test bepaalt de beschemende antistoffen op dat moment en geeft niet aan hoe lang deze bescherming nog zal duren. Daarom wordt geadviseerd de test minstens jaarlijks te herhalen, afhankelijk van de uitslag.

  • Alvorens je huisdier mee te nemen op reis, zijn er een aantal dingen waar je aan moet denken. 

    Wettelijke bepalingen

    Bij reizen naar het buitenland vereist de wetgeving dat:

    Je huisdier geïdentificeerd is dmv een microchip, een tatouage is niet voldoende
    Je in het bezit bent van een Europees dierenpaspoort
    Je huisdier ingeënt is tegen rabiës (hondsdolheid)

     

    Let op!
    Het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Zweden en Malta hebben aanvullende eisen tov andere Europese landen.
    Landen buiten de Europese Unie hebben hun eigen regelgeving omtrent invoer van huisdieren. Voor bijkomende en recente reisadviezen, vraag raad aan uw dierenarts.

    Actuele wetgeving

    Behandeling tegen parasieten

    Verder is het aan te raden om uw hond bij reizen naar warme landen (Italië, Spanje, Frankrijk,...) te beschermen tegen Babesiose, Leishmania, hartworm.
    Dit zijn ziektes die worden overgedragen door teken, zandvliegen en muggen.

    Vraag uw dierenarts om de gepaste bescherming voor uw hond.

    Tips

    Zorg dat je hond gewend is aan de auto, stop regelmatig en laat je hond voldoende drinken. Geef eventueel een middel tegen wagenziekte.
    Zijn eigen mand, dekentje eet-en drinkkom zorgen ervoor dat je hond zich ook op reis snel thuis voelt. Neem zeker voldoende voeding mee vermits in het buitenland niet alle merken te verkrijgen zijn.
    Zorg voor een EHBO-kit met oa. een tekenpincet, ontsmettingsmiddel, oogzalf, een middel tegen diarree, steriele kompressen, verband etc.
  • Meermaals in het jaar knalt het vuurwerk er lustig op los. Maar veel van onze dieren zijn niet zo opgezet met de prachtige licht - en daarmee samengaande - geluidseffecten.

    De angst voor vuurwerk kan zich op verschillende manieren uiten zoals huilen, weglopen, onzindelijkheid of zelfs destructief gedrag.
    Maar ook minder spectaculaire tekens als wegkruipen, bibberen of bang zijn om naar buiten te gaan, lijken misschien minder erg maar zijn voor het dier ook duidelijke tekens van erge angst.

    De verschillende geluids- en lichtflitsprikkels die samengaan met vuurwerk, kunnen ervoor zorgen dat uw dier ook voor andere zaken (zoals onweer, een voorbijrijdende brommer ...) een angstreactie gaat ontwikkelen.

    Daarom is voorkomen beter dan genezen. 

    Ondersteunende maatregelen

    U kan een vluchtruimte maken waar het dier zich veilig voelt. Hier kan het geluid gedempt zijn en moeten de ramen lichtdicht gemaakt worden. Laat het licht aan zodat flitsen van het vuurwerk minder fel zijn en laat rustige muziek spelen (natuurlijk geen TV-zender waar om middernacht vuurwerk wordt uitgezonden). Leg eventueel wat dekens waar het dier in kan graven of zich in kan verstoppen. Indien u niet thuis bent kan u hier enkele ongewassen T-shirts leggen voor een vertrouwde geur.
    Zorg ervoor dat het dier in deze ruimte verblijft, zeker als u niet thuis blijft.

    Ook kan men in deze ruimte een feromonen-verdamper (verschillend voor hond of kat) plaatsen.  Deze kan u enkele weken vooraf in een stopcontact steken zodat feromonen worden verspreid die het dier meer op zijn gemak stellen zonder het te versuffen.
    Maak het dier vooraf vertrouwd met deze ruimte. Eventueel door er wat te spelen met hem of met wat lekkers te geven, zodat het dier er graag is.

    Indien uw dier dit goed verteert, kan u vooraf een koolhydraat-rijke maaltijd (pasta) geven. Dit geeft een slaperig gevoel.Zorg ervoor dat uw dier goed geïdentificeerd is voor het geval het in paniek wegloopt. Let erop dat de gegevens van de chip nog juist zijn (GSM-nummer) of schrijf de naam van uw dier met uw telefoon- of GSM-nummer op de halsband van uw hond/kat (of halster van uw paard).

    Als het vuurwerk begint mag je je niet anders gedragen of kwaad maken op uw dier als het angstig is. Ook troosten zal de angst alleen maar bevestigen. Beter negeer je je hond of kat als die angstig is en zorg voor afleiding met iets lekkers of een spelletje. Zelf het vuurwerk ook negeren.

    Vooraf kan je je dier proberen gewoon te maken aan de geluiden van vuurwerk met geluidsopnames. Doe dit heel geleidelijk zonder te forceren terwijl je je dier afleidt met speelgoed of iets lekkers.

    Medicatie

    In erge gevallen is het soms nodig medicatie te geven.
    Best wordt deze medicatie vooraf eens getest zodat u de reactie van uw dier op deze medicatie kent.

    Er is medicatie die versuffend werkt. Deze moet u in voldoende hoge dosis geven, anders blijft het dier nog bang, maar kan het niet meer reageren. Houd uw dier steeds binnen want door de medicatie zijn de reactie- en orientatievermogens verminderd.

    Anderzijds is er nu ook medicatie die angstremmend werkt. Deze feromonen bestaan in tabletten, spray en verdamper. Houd er wel rekening mee dat deze producten best reeds enkele dagen op voorhand worden opgestart.

    Besluit

    Als angst voor vuurwerk het enige probleem is bij uw dier, zijn een aantal maatregelen eventueel gecombineerd met medicatie, een goede oplossing. Is het probleem een deel van een groter aantal angsten, dan zal een grondigere aanpak nodig zijn.

Honden

  • Alvorens je huisdier mee te nemen op reis, zijn er een aantal dingen waar je aan moet denken. 

    Wettelijke bepalingen

    Bij reizen naar het buitenland vereist de wetgeving dat:

    Je huisdier geïdentificeerd is dmv een microchip, een tatouage is niet voldoende
    Je in het bezit bent van een Europees dierenpaspoort
    Je huisdier ingeënt is tegen rabiës (hondsdolheid)

     

    Let op!
    Het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Zweden en Malta hebben aanvullende eisen tov andere Europese landen.
    Landen buiten de Europese Unie hebben hun eigen regelgeving omtrent invoer van huisdieren. Voor bijkomende en recente reisadviezen, vraag raad aan uw dierenarts.

    Actuele wetgeving

    Behandeling tegen parasieten

    Verder is het aan te raden om uw hond bij reizen naar warme landen (Italië, Spanje, Frankrijk,...) te beschermen tegen Babesiose, Leishmania, hartworm.
    Dit zijn ziektes die worden overgedragen door teken, zandvliegen en muggen.

    Vraag uw dierenarts om de gepaste bescherming voor uw hond.

    Tips

    Zorg dat je hond gewend is aan de auto, stop regelmatig en laat je hond voldoende drinken. Geef eventueel een middel tegen wagenziekte.
    Zijn eigen mand, dekentje eet-en drinkkom zorgen ervoor dat je hond zich ook op reis snel thuis voelt. Neem zeker voldoende voeding mee vermits in het buitenland niet alle merken te verkrijgen zijn.
    Zorg voor een EHBO-kit met oa. een tekenpincet, ontsmettingsmiddel, oogzalf, een middel tegen diarree, steriele kompressen, verband etc.
  • Ook honden en katten hebben baat bij een gezond gebit. Is dit dan zo belangrijk?

    Ja! Dagelijks zien wij in de praktijk honden en katten die ongemak hebben en pijn lijden door een slecht gebit.
    Slecht eten, moeilijk kauwen, een slechte adem, losse tanden,... het zijn slechts enkele tekenen van een ongezond gebit.

    Maar wist je dat een slechte mondhygiëne ook aanleiding kan zijn van problemen aan de lever, de nieren en het hart? De bacteriën die zich in het tandsteen bevinden kunnen zich via de bloedbaan naar andere organen verspreiden.

    Hoog tijd dus om het gebit van je hond of kat eens van dichterbij te bekijken!

    Hoe herken je een slecht gebit?

    In een eerste fase is er een bruinverkleuring van de tanden door opstapeling van tandplaque. Dit zijn bacteriën die verder verkalken tot tandsteen.

    In een volgend stadium raakt het tandvlees ontstoken waardoor dit rood en pijnlijk wordt. Het tandvlees kan zich na verloop van tijd terugtrekken waardoor de tandwortels bloot komen te liggen en in een vergevorderd stadium de tanden kunnen uitvallen.

    Op de foto hiernaast kan je duidelijk de bruine tandsteen op de tanden zien.Het tandvlees heeft een rode rand en er stapelt zich allerlei vuil op tussen de tanden (zoals haren).

    Hoe kun je dit voorkomen?

    Tanden poetsen

    De beste manier om tandsteen te voorkomen is de tanden van je hond of kat poetsen. Wil je beginnen met tandenpoetsen, dan doe je dit best in kleine stapjes, ga niet te vlug en doe niet te veel ineens. Om de tanden te poetsen is het niet nodig om de mond open te doen, het omhoog heffen van de lippen en het wrijven over de buitenkant van de tanden is voldoende. Sluit ook steeds af met een beloning, vb een kauwstick.

    Laat je huisdier kauwen

    Door het geven van kauwsticks kan je de vorming van tandplaque voorkomen. Zorg ervoor dat de sticks hard genoeg zijn zodat de tanden goed geschuurd worden. De beste sticks zijn deze waar ook een 'tandpasta' aan toegevoegd is, hierdoor worden bacteriën in de mond gedood zodat er een minder snelle vorming van tandplaque is. De Orozyme sticks bestaan in verschillende maten, zijn lekker, hard en bevatten extra tandpasta. De Veggie Dents zijn ideaal voor honden met voedingsallergieën. Als je hond of kat niet wil kauwen zijn de Orozyme BuccoFresh Croqs een goed alternatief. Deze kunnen gegeven worden als snoepjes, waarna het actief bestanddeel via het speeksel in de mond wordt uitgescheiden en daar de bacteriën afdoodt.

    Geef droogvoer

    Door het voeren van harde brokken zorg je ervoor dat de tanden van je huisdier 'geschuurd' worden. Zorg ervoor dat de brokken groot genoeg zijn, zodat er zeker moet gekauwd worden en de brokken niet in z'n geheel ingeslikt worden. Er bestaan brokken met een speciale vezelstructuur waardoor de tand zich helemaal in de brok moet boren voordat deze uit elkaar valt. In de praktijk hebben we het Hill's VetEssentials gamma dat deze speciale structuur heeft.

    Wat als mijn huisdier tandsteen heeft?

    Als er zich al tandsteen op de tanden gevormd heeft, helpen bovenstaande middelen niet. De enige manier om het tandsteen te verwijderen is een detartratie onder verdoving. Onze praktijk is uitgerust met een dentale RX, veilige gasanaesthesie en een complete dentale unit met ultrasone scaler, polijststuk en boortjes zodat we je huisdier weer een stralend gebit kunnen geven.

  • Castratie van een hond heeft geen specifieke gezondheidsvoordelen. In een aantal gevallen kan castratie van een reu toch aangewezen zijn.

    Bijvoorbeeld:

    Dominantie/agressie problemen
    Cryptorchie (één of beide teelballen zijn niet ingedaald)
    Prostaatproblemen
    Perianaal-/testistumoren

     

    Uw dierenarts kan u altijd adviseren of een castratie al dan niet nuttig is bij uw huisdier.

  • Sterilisatie is een routine chirurgische ingreep die ervoor zorgt dat je hond zich niet meer kan voortplanten. Er zijn echter tal van voordelen aan verbonden, die het leven van u en uw huisdier alleen maar aangenamer maken. Ook je hond kan last hebben van haar hormonen.

    Schijndracht

    Schijndracht is een normaal natuurlijk verschijnsel. Niet gedekte wolventeefjes helpen zo mee om de pups van dominantere wolvinnen groot te brengen. Bij honden treedt schijndracht op enkele weken tot maanden na de loopsheid. Dit kan leiden tot ongewenst gedrag zoals piepen, onrust, nestdrang, sloomheid, melkklierzwelling etc. De continue onevenwichtige hormoonspiegel in het bloed verhoogt de kans op melkkliertumoren en baarmoederontsteking.

    Melkkliertumoren

    Tumoren van de melkklieren zijn de meest voorkomende tumoren bij teven. Veelal gaat het om kwaadaardige gezwellen. Ze ontstaan o.a. door hormonen die het dier aanmaakt ter hoogte van de eierstokken. Ook de prikpil en anticonceptiepillen hebben hetzelfde nadelige effect.

    Baarmoederontsteking

    Een ontsteking van de baarmoeder ontstaat vaak bij oudere niet-gesteriliseerde teven. Door een hormonaal onevenwicht na de loopsheid vult de baarmoeder zich met slijm dat nadien snel geïnfecteerd raakt. De baarmoeder zit dan vol etter en zwelt sterk op. De hond wordt hierdoor snel erg ziek. Alleen een snelle operatieve ingreep kan dan nog redding brengen.

    Andere situaties waarop sterilisatie een gunstig effect heeft

    Loopsheid verdwijnt, dus geen bloedverlies meer in huis
    Ongewenste dracht
    Baarmoederkanker
    Suikerziekte en andere hormoonafhankelijke aandoeningen
    Minder dieren komen ongewild in het asiel terecht 

     

    Enkele vaak gehoorde (mis)opvattingen over sterilisatie

    Na een sterilisatie wordt mijn hond dik en lui

    Een sterilisatie verandert niets aan de activiteit van uw hond. Een gesteriliseerde teef verbruikt wel 30% minder energie. Maar als u het dier voldoende beweging geeft en de voedingsgewoonten aanpast, zal het zijn normale gewicht behouden.

    Een teef moet minstens éénmaal werpen voor haar algemeen welzijn

    Fout! Het karakter van uw hond wordt niet bepaald door het al dan niet hebben van een nestje. Het wordt bepaald door de omgeving en de opvoeding. Baarmoederproblemen kunnen ook optreden na het werpen.

    Ik wil mijn hond niet laten steriliseren vanwege de risico’s van de ingreep

    Zoals bij elke ingreep zijn er risico’s verbonden aan de operatie en anesthesie. Maar deze zijn bij een sterilisatie bijzonder klein. Het dier wordt tevens voor de operatie grondig onderzocht zodat de dierenarts de meest geschikte anesthesiemethode kan gebruiken voor uw dier. Na de ingreep ondervinden de meeste viervoeters weinig hinder en complicaties zijn uiterst zeldzaam.

    De kostprijs schrikt mij af

    De prijs valt best wel mee als u rekening houdt met het effect op lange termijn.
    Het jarenlange gebruik van anticonceptiva resulteert in een hogere rekening, waarbij de mogelijke nadelige gevolgen extra zwaar kunnen wegen op de gezondheid van uw hond en uw portemonnee. Ook bij een (spoed)ingreep o.w.v. een baarmoederontsteking of melkkliertumoren bent u vaak meer geld kwijt dan een preventieve sterilisatie.

    Besluit

    Indien u niet van plan bent met uw hond te kweken, adviseren wij u om uw dier te laten steriliseren. De voordelen zijn groter dan de mogelijke nadelen.

    De grotere hondenrassen (vanaf 10 kg)hebben meer voordelen bij een sterilisatie na de eerste loopsheid maar voor de leeftijd van 2,5 jaar. Kleine rassen (tot 10kg) kunnen we al steriliseren vanaf 6 maand, maar toch ook liefst na de eerste loopsheid. Daarnaast kunnen we in onze praktijk uw hond (vanaf 10kg) ook laparoscopisch steriliseren, wat veiliger en minder ingrijpend is voor uw dier. Meer info hierover kan u vinden in de rubriek over Laparoscopische sterilisatie.

    Indien u meer informatie wil, aarzel niet uw dierenarts te raadplegen om alle voor- en nadelen i.v.m. sterilisatie voor uw hond te bespreken.

  • Waarom vaccineren?

    Honden nemen een belangrijke plaats in in ons leven. We willen ze dan ook zo goed mogelijk beschermen tegen ziektes. Voor verschillende besmettelijke ziektes kunnen we een bescherming geven door vaccinatie.
    Bovendien komen door het regelmatig vaccineren of inenten van onze honden, bepaalde ziektekiemen steeds minder voor. Hierdoor is de kans om deze ziektes te krijgen ook al sterk verminderd.

    Hoe werkt een vaccin?

    Normaal zal een gezonde hond, als hij besmet wordt met een ziekte, hiertegen antistoffen aanmaken. Als deze hond de ziekte overleeft en genezen is, zullen deze antistoffen nog een tijd in het lichaam blijven om bij een volgende besmetting deze ziekte tegen te gaan.
    Bij een vaccinatie wordt dat deel van de ziekteverwekker dat de weerstand oproept ingespoten zonder het deel waarvan uw hond ziek wordt. Zo zal de hond antistoffen aanmaken zonder eerst ziek te zijn. De volgende keer dat uw hond in contact komt met deze ziekteverwekker, zal hij/zij hiertegen beschermd zijn. Deze antistoffen blijven slechts voor een zekere tijd in uw dier aanwezig. Daarom moeten deze vaccinaties op geregelde tijden worden herhaald.

    Wanneer vaccineren?

    Pups krijgen via de moedermelk afweerstoffen mee. Deze bieden een tijdelijke bescherming die snel daalt als ze ouder worden. Daarom wordt gestart met vaccineren als de pups 6 weken oud zijn. Dit wordt meestal reeds door de kweker geregeld. Wanneer u uw nieuwe pup voor het eerst mee naar huis brengt, kan u best een afspraak maken bij uw dierenarts voor een volledige check-up en kan het tijdstip van de volgende noodzakelijke vaccinaties besproken worden. Bij honden die nooit gevaccineerd werden, kan altijd gestart worden met inenten.

    Na de eerste inspuiting wordt meestal na enkele weken een herhaling gegeven en daarna jaarlijks, maar dit is per ziekte verschillend. Uw dierenarts geeft hierover voldoende uitleg.

    Waartegen vaccineren?

    Hondenziekte (ziekte van Carré)

    Geeft acute en ernstige ziekteverschijnselen: hoge koorts, ontstoken ogen en snot, zenuwsymptomen, soms ook braken en diarree. Deze ziekte kan leiden tot blijvende invaliditeit en sterfte.

    Kattenziekte (parvovirose)

    Erg besmettelijk en vaak dodelijk bij jonge pups. Geeft koorts met braken en erge, vaak bloederige, diarree met grote kans op uitdroging.

    Rattenziekte (leptospirose)

    Hond besmet zich meestal via rattenurine en krijgt ernstige lever- en nierproblemen.

    Besmettelijke Hepatitis

    Erge leveraandoening gekenmerkt door zeer hoge koorts, braken, buikpijn en geelzucht.

    Kennelhoest 

    Ademhalingsziekte veroorzaakt door een menginfectie van virussen en bacteriën, geeft een typische droge, hinderlijke en hardnekkige hoest.

    Hondsdolheid (rabies)

    Dodelijke ziekte met zenuwverschijnselen, ook gevaarlijk voor de mens. Vaccinatie is wettelijk verplicht voor reizen naar het buitenland. 

Katten

  • Waarom vaccineren?

    Katten nemen een belangrijke plaats in in ons leven. We willen ze dan ook zo goed mogelijk beschermen tegen ziektes. Voor verschillende besmettelijke ziektes kunnen we een bescherming geven door vaccinatie.
    Bovendien komen door het regelmatig vaccineren of inenten van onze katten, bepaalde ziektekiemen steeds minder voor. Hierdoor is de kans om deze ziektes te krijgen ook al sterk verminderd.

    Hoe werkt een vaccin?

    Normaal zal een gezond dier, als het besmet wordt met een ziekte, hiertegen antistoffen aanmaken. Als dit dier deze ziekte overleeft en genezen is, zullen deze antistoffen nog een tijd in het lichaam blijven om bij een volgende besmetting deze ziekte tegen te gaan.
    Bij een vaccinatie wordt dat deel van de ziekteverwekker dat de weerstand oproept ingespoten zonder het deel waarvan uw dier ziek wordt. Zo zal het dier antistoffen aanmaken zonder eerst ziek te zijn. De volgende keer dat uw dier in contact komt met deze ziekteverwekker, zal hij/zij hiertegen beschermd zijn. Deze antistoffen blijven slechts voor een zekere tijd in uw dier aanwezig. Daarom moeten deze vaccinaties op geregelde tijden worden herhaald.

    Wanneer vaccineren?

    Kittens krijgen via de moedermelk afweerstoffen mee. Deze bieden een tijdelijke bescherming die snel daalt als ze ouder worden. Daarom wordt gestart met vaccineren als de kittens 6 weken oud zijn. Dit wordt meestal reeds door de kweker geregeld. Wanneer u uw nieuwe kitten voor het eerst mee naar huis brengt, kan u best een afspraak maken bij uw dierenarts voor een volledige check-up en kan het tijdstip van de volgende noodzakelijke vaccinaties besproken worden. Bij dieren die nooit gevaccineerd werden, kan altijd gestart worden met inenten.

    Na de eerste inspuiting wordt meestal na enkele weken een herhaling gegeven en daarna jaarlijks, maar dit is per ziekte verschillend. Uw dierenarts geeft hierover voldoende uitleg.

    Waartegen vaccineren?

    Kattenziekte (parvovirose)

    Geeft acute en ernstige diarree met koorts. Vaak dodelijk door uitdroging en bloedarmoede.

    Niesziekte

    Een menginfectie van virussen en bacteriën met ontsteking van de neus, mond, ogen en keel met vooral niezen en tranende ogen. Dit evolueert vaak naar een chronische vorm.

    FeLV (Feliene Leukaemie Virus of leucose)

    De ziektetekens zijn zeer uiteenlopend omdat leucose zich in verschillende vormen zoals tumoren of bloedarmoede kan uiten. Het virus tast ook het afweersysteem van de kat aan waardoor banale infecties fataal kunnen verlopen.

    Rabiës (hondsdolheid)

    Zoals elk warmbloedig dier, kan ook de kat hiermee besmet worden. 

  • Castratie van een kater is sterk aan te raden. Voornamelijk om geen ongewenste nestjes (bij uw thuis of in de buurt) te veroorzaken, maar ook om vervelend sproeigedrag te vermijden. Als uw kater buiten komt, is het zelfs bij wet verplicht om hem te laten castreren.

  • Sterilisatie is een routine chirurgische ingreep die ervoor zorgt dat je kattin zich niet meer kan voortplanten. Er zijn echter tal van voordelen aan verbonden, die het leven van u en uw huisdier alleen maar aangenamer maken. Ook je kat kan last hebben van haar hormonen.

    Eén van de belangrijkste redenen om uw kattin te laten steriliseren, is het vermijden van ongewenste nestjes. Al vanaf de eerste krolsheid kan een kat drachtig worden en indien ze dus buiten (of in het eigen gezin) een niet-gecastreerde kater tegenkomt, kan ze al snel thuiskomen met een vervelende verrassing.

    Daarnaast kan een niet-gesteriliseerde kattin op latere leeftijd ziek worden van een baarmoederontsteking. Door een hormonaal onevenwicht na de krolsheid vult de baarmoeder zich met slijm dat nadien snel geïnfecteerd raakt. De baarmoeder zit dan vol etter en zwelt sterk op. De kat wordt hierdoor snel erg ziek. Alleen een snelle operatieve ingreep kan dan nog redding brengen.

    Ook melkkliertumoren kunnen ontstaan indien uw kat niet op tijd is gesteriliseerd. Veelal gaat het om kwaadaardige gezwellen. Ze ontstaan o.a. door hormonen die het dier aanmaakt ter hoogte van de eierstokken. Ook de prikpil en anticonceptiepillen hebben hetzelfde nadelige effect.

     Andere situaties waarop sterilisatie een gunstig effect heeft

    Krolsheid verdwijnt, dus geen vervelend gedrag meer in huis
    Baarmoederkanker
    Suikerziekte en andere hormoonafhankelijke aandoeningen
    Minder dieren komen ongewild in het asiel terecht

     

    Enkele vaak gehoorde (mis)opvattingen over sterilisatie

    Na een sterilisatie wordt mijn kat dik en lui

    Een sterilisatie verandert niets aan de activiteit van uw kat. Een gesteriliseerde kattin verbruikt wel 30% minder energie. Maar als u het dier voldoende beweging geeft en de voedingsgewoonten aanpast, zal het zijn normale gewicht behouden.

    Een kattin moet minstens éénmaal werpen voor haar algemeen welzijn

    Fout! Het karakter van uw kat wordt niet bepaald door het al dan niet hebben van een nestje. Het wordt bepaald door de omgeving en de opvoeding. Baarmoederproblemen kunnen ook optreden na het werpen.

    Ik wil mijn kat niet laten steriliseren vanwege de risico’s van de ingreep

    Zoals bij elke ingreep zijn er risico’s verbonden aan de operatie en anesthesie. Maar deze zijn bij een sterilisatie bijzonder klein. Het dier wordt tevens voor de operatie grondig onderzocht zodat de dierenarts de meest geschikte anesthesiemethode kan gebruiken voor uw dier. Na de ingreep ondervinden de meeste viervoeters weinig hinder en complicaties zijn uiterst zeldzaam.  

    De kostprijs schrikt mij af

    De prijs valt best wel mee als u rekening houdt met het effect op lange termijn. Het jarenlange gebruik van anticonceptiva resulteert in een hogere rekening, waarbij de mogelijke nadelige gevolgen extra zwaar kunnen wegen op de gezondheid van uw hond en uw portemonnee. Ook bij een (spoed)ingreep o.w.v. een baarmoederontsteking of melkkliertumoren bent u vaak meer geld kwijt dan een preventieve sterilisatie.

    Besluit

    Indien u niet van plan bent met uw kat te kweken, adviseren wij u om uw dier te laten steriliseren. De voordelen zijn groter dan de mogelijke nadelen.

    We kunnen katten steriliseren ten vroegste vanaf de leeftijd van 4 maanden, dus voor de eerste krolsheid. Ideaal gezien wachten we wel tot minstens 6 maanden, om uw kattin hormonaal volledig te laten ontwikkelen wat uiteindelijk toch gezonder is. Dan dient u wel goed op te letten dat in de periode voor de geplande sterilisatie zeker geen niet-gecastreerde kater in de buurt komt.
    Indien u van plant bent om uw kattin sowieso buiten te laten, bent u zelfs verplicht ze te laten steriliseren.

    Indien u meer informatie wil, aarzel niet uw dierenarts te raadplegen.

Paarden

  • Paarden en paardachtigen kunnen steeds besmet worden met wormen.

    Met welke wormen dit gebeurt en hoe ernstig, hangt ondermeer af van de manier waarop de paarden gehouden worden. Zo moeten paarden met weidegang vaker ontwormd worden dan paarden in de box.

    Het is echter altijd belangrijk om uw paarden goed te ontwormen om het besmettingsniveau laag te houden.

    Hiervoor enkele raadgevingen:

    Gebruik een goed middel met een brede werking waarbij geen resistentie werd vastgesteld
    Gebruik de juiste dosis: schat het gewicht van uw paard juist in en geef eventueel te veel, want onderdosering veroorzaakt resistentie
    Ontworm alle dieren tegelijk
    Ontworm een nieuw paard enkele dagen voor het bij de andere paarden komt
    Volg een juist ontwormingsschema: aan de hand van enkele vragen en een mestonderzoek kunnen wij u hiermee helpen
    Verwijder indien mogelijk wekelijks de mest van de weide
    Indien mogelijk de paarden regelmatig omweiden en de weide maaien of hooien

     

    ​Aan de hand van een mestonderzoek kunnen wij zien of uw paarden goed ontwormd zijn. Hiervoor kan u een handvol mest in een zakje binnenbrengen in onze praktijk. 

  • Wat is Equine Herpesvirus (EHV)?

    Bij het paard komen 9 verschillende types van herpesvirussen voor, genummerd van 1 tot en met 9.
    De twee die het meeste klinische problemen veroorzaken zijn EHV-1 en EHV-4: 

    EHV-1

    Dit virus veroorzaakt luchtwegproblemen en kan eveneens een ernstiger verloop hebben met abortus en zenuwstoornissen tot gevolg. Een infectie met dit virus is beter gekend onder de naam rhinopneumonie of rhino. 

    EHV-4

    Dit veroorzaakt voornamelijk luchtwegaandoeningen en is in zeer zeldzame gevallen oorzaak van abortus. Aangezien infecties met EHV-1 (rhinopneumonie) de meest ernstige complicaties kunnen geven, bespreken we deze aandoening meer in detail.

    Wat zijn de symptomen van rhino?

    De klinische symptomen ten gevolge van een infectie met rhino zijn heel variabel. Vooral bij jonge paarden kunnen de griepachtige ziekteverschijnselen heel uitgesproken zijn, terwijl de infectie bij oudere paarden vaak onopgemerkt verloopt. 
    Koorts, sufheid, weinig eetlust, neusuitvloeiing, oedeem van de ledematen en hoesten zijn mogelijk. 
    Bij een drachtige merrie kan EHV-1 het leven van het veulen sterk in gevaar brengen, aangezien dit virus de meest voorkomende oorzaak is van infectieuze abortus. Meestal zijn er vooraf geen klinische symptomen te merken bij de merrie. Abortus treedt gewoonlijk op in het derde trimester van de dracht. EHV-1 kan eveneens resulteren in de geboorte van dode of zwakke veulens.
    In zeldzame gevallen kan rhino eveneens tot een aantasting van het zenuwstelsel leiden met de gevreesde verlammingsverschijnselen tot gevolg. Afhankelijk van de ernst van de symptomen kunnen deze paarden herstellen of in het geval van volledige verlamming een slechte prognose hebben.

    Zijn er lange termijneffecten van rhino?

    Een EHV-1 infectie zal uw paard uit het werk halen terwijl het herstelt. In het geval van ernstige zenuwstoornissen kan het zelfs tot de dood van uw paard leiden. Helaas stimuleert rhino de natuurlijke weerstand niet voldoende na de initiële infectie. Het paard is zelfs opnieuw gevoelig voor een herinfectie na slechts enkele maanden. 

    De grootste zorg voor de gehele paardenpopulatie is de manier waarop het virus aanwezig blijft bij onze paarden. Eenmaal een paard besmet is, blijft het virus levenslang aanwezig in het lichaam. Bijna alle paarden zijn drager van het virus. Deze paarden vertonen geen klinische verschijnselen, maar de infectie kan te allen tijde opnieuw gereactiveerd worden met uitscheiding en verspreiding van virus naar andere paarden. Deze reactivatie gebeurt vaak bij stressomstandigheden, typisch bij transport of ziekte. 

    Deze eigenschap, die typisch is voor herpesvirussen, maakt het zeer moeilijk deze virale infectie te bestrijden en verklaart waarom er plots acute uitbraken kunnen optreden. 

    Zelfs zonder het vertonen van duidelijke klinische verschijnselen, kan rhino de sportprestaties van uw paard beïnvloeden.

    Hoe wordt het overgedragen?

    Rhino is een besmettelijke virale ziekte, die zich verspreidt tussen paarden via de luchtwegen. Overdracht gebeurt door direct (paard-paard) of indirect (mens, materiaal, lucht over korte afstand,…) contact met de neusvloei van besmette paarden. 

    Zoals eerder uitgelegd zijn bijna alle paarden levenslange dragers en kunnen ze virus uitscheiden op momenten van stress. 

    In het geval van abortus spreidt het virus via contact met de besmette foetus of moederkoek. 

    Het is belangrijk te onthouden dat één en hetzelfde virus, namelijk EHV-1, zowel ademhalingsstoornissen als abortus als zenuwstoornissen kan veroorzaken. Zo kan bijvoorbeeld het virus uitgescheiden door een aborterende merrie, zenuwsymptomen veroorzaken bij een ander paard.

    Wat kan ik doen om te voorkomen dat mijn paard rhino krijgt?

    Een goed stalmanagement is de sleutel tot de controle van deze ziekte. Het verhinderen van een mogelijke spreiding van virus binnen de stal is zeer belangrijk. Zieke paarden moeten geïsoleerd worden. 
    Toch is dit niet de volledige oplossing. Vaccinatie speelt namelijk een essentiële rol. Door uw paarden regelmatig te vaccineren behouden ze een vrij goede weerstand tegen het virus. Zo zullen ze minder virus uitscheiden naar andere paarden en zijn ze zelf beter beschermd tegen infectie. 

    Vraag raad aan uw dierenarts voor een goed vaccinatieschema en stalmanagement.

    Moet mijn paard gevaccineerd zijn?

    Er zijn geen wettelijke verplichtingen voor vaccinatie tegen rhino. Maar wegens de natuur van deze ziekte, kunnen stallen of wedstrijdorganisaties aandringen om paarden te vaccineren. Algemeen is het wel sterk aangeraden paarden regelmatig te vaccineren om het aantal en de uitgebreidheid van uitbraken te verminderen.

    Kunnen paarden gevaccineerd worden bij een uitbraak? 

    Paarden kunnen gevaccineerd worden wanneer er in de buurt een uitbraak is. Vaccinatie verhoogt de weerstand tegen rhino en vermindert de virusuitscheiding. Zo zal de verspreiding van virus onderdrukt worden. Aangezien er gewerkt wordt met dode vaccins is het onmogelijk dat een paard rhinopneumonie ontwikkelt door de vaccinatie.

    Het vaccineren van zieke paarden heeft geen zin.

    Beschermt vaccinatie tegen de neurologische symptomen?

    Onderzoek naar de doeltreffendheid van vaccinatie in de bestrijding van de neurologische symptomen wordt bemoeilijkt door het feit dat niet iedere besmetting met rhino leidt tot de neurologische symptomen. Het is wel zo dat grote uitbraken van zenuwstoornissen wereldwijd gecorreleerd zijn met de afwezigheid van antistoffen. Epidemiologische onderzoeken tonen aan dat er duidelijk minder klinische problemen zijn in die bedrijven met een vaccinatiebeleid.

    In samenwerking met Dr. A. Gryspeerdt, PhD

  • Waarom vaccineren?

    Door uw paard of pony te vaccineren, geeft u een bescherming tegen problemen in de toekomst.
    Dit gebeurt door een relatief pijnloze inspuiting (meestal in de hals) waardoor het paard een specifieke weerstand opbouwt door vorming van antistoffen. Als het dier dan later in contact komt met deze ziekteverwekker (virus, bacterie etc.) zal het voldoende afweer hebben om deze ziekteverwekker te doden, voordat het zelf ziek wordt. Door regelmatig te vaccineren zullen er bovendien ook minder ziekteverwekkers circuleren, waardoor de kans op ziekte nog daalt. 

    Waartegen vaccineren?

    Influenza (griep)

    Influenza of griep wordt veroorzaakt door een virus en is één van de belangrijkste oorzaken van luchtwegaandoeningen bij paardachtigen. De verspreiding gebeurt door direct contact tussen paarden en via uitgeademde lucht. Het virus veroorzaakt een infectie van de luchtwegen, vaak met hoge koorts, niet willen eten en algemeen ziek zijn (vergelijkbaar met de mens). Net zoals het griepvirus bij mensen, bestaan er verschillende stammen van dit virus. Daarom is het belangrijk een goed vaccin te gebruiken dat regelmatig aangepast wordt. Voor wedstrijdpaarden is een jaarlijkse of half-jaarlijkse (FEI) vaccinatie verplicht.
    De basisenting bestaat uit 2 entingen met 4 tot 6 weken tussen, vanaf dan wordt de vaccinatie (half)jaarlijks herhaald. Dit kan vanaf de speenleeftijd.

    Tetanus (klem)

    Tetanus of klem wordt veroorzaakt door een bacterie (Clostridium tetani), die in het lichaam komt via een wonde en dan een gif (neurotoxine) produceert dat spierspasmes (kramp) veroorzaakt. De bacterie komt overal voor in de bodem (en niet enkel op verroest ijzer) voor en paarden zijn hier heel gevoelig voor... Tetanus verloopt dan ook vaak fataal bij paardachtigen. De vaccinatie tegen tetanus is heel effectief en wordt meestal in combinatie gegeven met het griepvaccin.
    Vanaf de speenleeftijd kunnen paarden gevaccineerd worden met 2 inentingen met 4 tot 6 weken tussen. Dit wordt dan 1 maal per jaar herhaald.

    Rhinopneumonie

    Rhinopneumonie wordt veroorzaakt door een herpesvirus en kan verschillende ziektebeelden geven: ademhalingsproblemen, zenuwaandoeningen, abortus en ziekte of dood bij pasgeboren veulens.
    De besmetting gebeurt door direct contact tussen dieren (vochtdeeltjes door hoesten of snot) of door indirect contact (bevuilde kleding of handen, vruchtwater van verworpen vrucht). In open lucht is het virus snel dood. Maar eenmaal in het lichaam, blijft een besmet paard drager van het virus dat  steeds kan opflakkeren als de weerstand van uw dier verminderd is. Vergelijk het met koortsblaasjes op de lippen bij mensen: deze worden ook veroorzaakt door een (ander) herpesvirus en flakkeren regelmatig op als je weerstand wat minder is (bijvoorbeeld door vermoeidheid).

    Een complete bescherming tegen alle vormen van rhino is niet mogelijk. Door vaccineren wordt het verspreiden en heropflakkeren van het virus verminderd en stijgt de weerstrand van uw paard. Hierdoor verkleint de kans op het ziek worden van uw paard. Is er toch een infectie, dan zullen de gevolgen van deze besmetting minder erg zijn dan zonder vaccinatie. Om het beste resultaat van de vaccinatie te verkrijgen, moeten alle paarden in een groep correct en regelmatig geënt worden. Dit gebeurt door een basisvaccinatie (2 inentingen met 4 weken tussen) en een herhaling om de 6 maanden met een vaccin dat de verschillende stammen (EHV-1 en EHV-4) van rhino bevat. Drachtige merries worden tijdens de dracht 3 x gevaccineerd (op 3-5-7 maanden dracht). De vaccinatie kan tegelijk gebeuren met de vaccinatie tegen griep/klem. 

    Droes

    Droes wordt veroorzaakt door een bacterie (Streptococcus equi) waardoor de dieren erg ziek worden. Ze krijgen gezwollen, pijnlijke klieren ter hoogte van de kaken met koorts, hoesten, snot en moeilijk ademen. Deze klieren kunnen als abcessen vol etter openbreken. Droes is erg besmettelijk en de verspreiding gebeurt door direct en indirect contact. De bacterie kan lang (tot 8 weken) overleven buiten het lichaam van uw paard. Eens uw paard droes gehad heeft, kan hij/zij dit niet meer terug krijgen. Het vaccineren kan vanaf 4 maanden ouderdom en gebeurt door een injectie in de binnenkant van de lip. Dit moet na 4 weken herhaald worden en paarden met een hoog risico op bemetting, krijgen om de 3 maanden een herhalingsvaccinatie, andere om de 6 maand. Na de vaccinatie krijgen de paarden een tijdelijke zwelling op de injectieplaats.

    Schimmel

    Ook tegen huidschimmel (Dermatofytose, ringworm, katharinawiel, ...) kan gevaccineerd worden. Huidschimmel verspreid zich door direct contact tussen paarden of door indirect contact (borstels, dekens, ...). Bovendien is het besmettelijk voor de mens. Het vaccin kan curatief (genezend: dus als uw paard reeds besmet is) en preventief (voorkomend: om te vermijden dat uw paard schimmel zou krijgen) gebruikt worden. Vaccinatie gebeurt door 2 inentingen met 2 weken tussentijd en geeft een bescherming voor 9 maanden.

    Rabiës (hondsdolheid)

    Hondsdolheid of rabiës is een virusziekte die voor alle warmbloedige dieren (dus ook paard of mens) levensgevaarlijk is. Het virus zit in het speeksel van besmette dieren en kan via een (bijt)wonde in het lichaam komen. Het verspreidt zich dan via de zenuwbanen naar de hersenen waarna het dier sterft. Het vaccineren van paarden gebeurt zelden, maar het kan. Met 1 enkele injectie is uw paard 3 jaar beschermd.

  • Vanaf 1 juli 2008 moeten alle paarden en paardachtigen (dus ook een pony of een ezel) gechipt en geregistreerd zijn. Voor veulens moet dit gebeuren voor 31 december van het jaar waarin het veulen is geboren of binnen zes maanden na de geboorte indien dit later is. Een veulen dat geboren wordt op 1 oktober moet dus tegen 1 april van het jaar erna geïdentificeerd en geregistreerd worden. Een veulen dat geboren wordt op 10 februari heeft tijd tot 31 december van dat jaar. 

    Link naar procedure aanvraag registratie

    Aanvraag registratie

  • Doordat de bovenkiezen en de onderkiezen bij paardachtigen niet recht op elkaar passen, komen regelmatig tandproblemen voor. De boventanden steken ongeveer een derde uit naar de wang in vergelijking met de ondertanden.

    Ook blijven de tanden van paarden constant doorgroeien (3-4 mm per jaar).

    Van nature uit is een paard een continue grazer. Hierbij beweegt de onderkaak als een molensteen tegenover de bovenkaak. Tegenwoordig moeten gedomesticeerde paarden hun gebit minder gebruiken (minder weidegang, in maaltijden brokken eten, hooi i.p.v. gras) en ontstaat abnormale slijtage. 

    Doordat vooral de binnenkanten van de boventanden wegslijten, vormen er zich aan de kant van de wang puntige, scherpe randen die we haken noemen. Deze kunnen de wangen kwetsen of etensresten die hierachter blijven zitten, kunnen ontstekingen veroorzaken.

    Deze haken kunnen eenvoudig weggevijld worden.

    Paardentanden zelf zijn niet bezenuwd. Paarden kunnen dan ook geen tandpijn hebben. De gevolgen van tandproblemen kunnen wel pijn veroorzaken.

    Naast de vorming van haken, komen soms ook problemen voor tijdens het wisselen van de tanden. 

    Wat kan wijzen op problemen van het gebit?

    Algemeen

    • Trager eten
    • Kwijlen of soms bloeden uit de mond
    • Hoofd schuin houden
    • Proppen hooi die uit de mond vallen of in de wangen blijven zitten
    • Morsen met eten
    • Voedselresten (stukken hooi of stro, hele granen) in de mest te zien die niet stukgekauwd zijn
    • Vermageren, slechte conditie
    • Gevoelig voor koliek
    • Stinkende geur uit de mond
    • Aanraken van de wangen ter hoogte van de kiezen is pijnlijk of gevoelig
    • Soms hooi in water drenken voor het eten

    Tijdens het rijden

    • Kopschudden
    • Hinder bij op- of aftuigen
    • Vastbijten van het bit, waardoor de controle verloren gaat
    • Slecht links of rechts draaien
    • Ongecontroleerd gedrag
    • Tong uit mond houden
    • Vermeende rugklachten tot onrijbaarheid (bokken, stijgeren)

    Wat er aan doen?

    Het is zeker nuttig het gebit van uw paard/pony regelmatig te laten controleren. Als er geen aanwijzingen zijn voor problemen, kan dit bijvoorbeeld bij het vaccineren van uw dier gebeuren.

    Een goede gebitsverzorging zorgt ervoor dat er geen pijnlijke aandoeningen in de mond aanwezig zullen zijn.
    Ook zal een gezond gebit de voedselopname verbeteren en zal het paard in een betere conditie verkeren.

    Wolfstand

    Veel paarden krijgen wofstanden rond de leeftijd van drie jaar.

    Het zijn kleine tandjes juist voor de eerste maaltanden, bijna altijd in de bovenkaak.

    Omdat wolfstanden één zenuw hebben, kan het aantrekken van het bit hiertegen pijn of ongemak veroorzaken.

    Daarom is het vaak nodig om ze te trekken. Dit kan met plaatselijke verdoving bij het rechtstaande paard gebeuren. Wel moet men opletten dat de volledige wortel (die wel groot is) verwijderd wordt.

    Dit gebeurt best op jonge leeftijd omdat dit dan eenvoudiger is.

  • De aankoop van een nieuw paard moet goed overwogen worden. Je moet er niet enkel zeker van zijn dat het paard echt is wat je zoekt, ook verschillende formaliteiten zoals een contract en de veterinaire keuring dienen goed overwogen te worden. Ook moet je rekening houden met de extra kosten die het houden van een paard met zich mee brengen. Wat moet je doen indien je na een korte tijd verborgen gebreken bij uw nieuwe aanwinst ontdekt?

    Op vele vragen kan je een antwoord vinden in de brochure 'DE VIJF GEBODEN bij de aankoop van een paard - handleiding voor kopers en verkopers'. Deze is samengesteld door vzw Vlaams Paardenloket en kan je vinden via onderstaande link.

    De 5 geboden bij de aankoop van een paard

    Veterinaire keuring

    Om latere problemen te vermijden, wordt het paard of pony best voor de definitieve aankoop veterinair of diergeneeskundig gekeurd.

    De keuring bestaat uit verschillende onderdelen:

    Controle identiteit

    Hierbij worden de documenten en chip van het dier gecontroleerd op juistheid. Ook wordt nagekeken of de opgegeven leeftijd klopt. Verder wordt de vaccinatie-status van het paard nagekeken en kunnen we raad geven betreffende de nodige ontwormingen. Indien u wenst, helpen we om het paard op uw naam te zetten.

    Klinische keuring

    Tijdens de klinische keuring wordt het dier helemaal gecontroleerd. Alles wordt kritisch bekeken en betast (tanden, rug, pezen en gewrichten, ...). Hart en longen worden beluisterd.
    De gangen van het dier worden op stap, draf en galop geëvalueerd. Liefst op harde en op zachte ondergrond, zowel op de rechte lijn als op de volte. Aan de hand van 'buigproeven' wordt bekeken of er sprake is van manken en of er risico is voor manken in de toekomst.
    Er wordt gezocht naar de sterke kanten van het dier en de eventueel mindere punten worden vermeld.
    We kijken of het paard kan dienen voor het doel waarvoor je het wil kopen en wat de eventuele risico's zijn.

    Radiografische keuring

    Tijdens dit deel van de aankoopkeuring worden röntgenfoto's (RX) van het paard genomen. We controleren vooral de ondervoeten, kogels, sprongen en knieën. Zo worden mogelijke gewrichts- en botproblemen opgespoord. Denk maar aan hoefkatrol, OC(D), ontstekingen of cystes ... .

    Verdere onderzoeken

    Soms is het nog nodig aanvullende onderzoeken te doen. Deze worden niet steeds gedaan. Ze zijn soms nodig als er tijdens de voorgaande onderzoeken verdachte zaken naar boven komen.
    Een bloedonderzoek kan soms nodig zijn om te weten of het dier in een goede gezondheid is. Ook kan er gezocht worden naar eventuele medicatie zoals pijnstillers die gebruikt kunnen worden om manken te verdoezelen. Ook zomereczeem kunnen we via bloedonderzoek opsporen.
    Soms is een echografie nodig. Bijvoorbeeld bij merrie's die je als kweekdier wil gebruiken. Als er verdachte letsels aan de pezen worden gevoeld, worden deze best met echo bekeken.
    Met een video-endoscoop kunnen we via de neus en de stembanden (cornage) tot in de luchtpijp en aan de longen (COPD) kijken. 

    Papierwerk

    Normaal zou elke paardachtige volledig geïdentificeerd moeten zijn en correct geregistreerd staan in de centrale gegevensbank.

    Bij het paard hoort dan een equipas of een stamboekpaspoort en een mutatiedocument (zoals hiernaast afgebeeld).
    De verandering van eigenaar in de centrale gegevensbank wordt gratis uitgevoerd aan de hand van dit mutatiedocument.

    Op dit mutatiedocument moet je onder punt 5 'Wijziging coördinaten van de huidige eigenaar'  het vakje 'Nieuwe eigenaar' aankruisen en daaronder de gegevens van de nieuwe eigenaar invullen.

    Hetzelfde moet je doen onder punt 6 'Wijziging coördinaten sanitair verantwoordelijke'. De sanitair verantwoordelijke moet niet dezelfde als de eigenaar zijn. Wel moet de sanitair verantwoordellijke een natuurlijke persoon zijn (geen firma of vennootschap) en meerderjarig zijn (de eigenaar kan bijvoorbeeld een kind zijn en de sanitair verantwoordelijke dan één van de ouders). Steeds naam en voornaam invullen.

    In de kaders links- en middenonder moet dan de nieuwe, fiere eigenaar en de sanitair verantwoordelijke handtekenen.

    Het kader rechtsonder moet ook door de nieuwe eigenaar worden ondertekend en de vertrekdatum moet worden ingevuld. Dit gedeelte moet worden uitgeknipt en bijgehouden door de verkoper. De rest van het blad moet je opsturen naar het adres bovenaan vermeld op het mutatiedocument.

    Indien gewenst kan je ook punt 2 'Definitieve uitsluiting voor de slacht door beslissing van de eigenaar' invullen. Dit is definitief voor de rest van het leven van het paard: het paard mag nooit meer geslacht worden, ook niet door eventuele andere eigenaars in de toekomst.

    Het nieuwe mutatiedocument wordt dan naar de nieuwe eigenaar opgestuurd. De equipas kan dadelijk door de nieuwe eigenaar worden meegenomen, hierin worden geen gegevens aangepast. Het mutatiedocument is het eigendomsbewijs.

    Voor paarden met een stamboekpaspoort kan je best contact nemen met het desbetreffende stamboek.

    Als het paard niet gechipt is, niet volledig geïdentificeerd of niet correct geregistreerd staat in de centrale gegevensbank, is dit het moment om het dier volledig in orde te brengen. Kijk hiervoor onder 'chippen-registreren' bij de faq over het paard op deze website.

  • Het West-Nijlvirus (West-Nilevirus, WNV) is een virusziekte die een steeds belangrijkere ziektedreiging vormt in Europa.

    In de Verenigde Staten, Canada en Midden-Amerika heeft de ziekte zich zeer snel verspreid en is er al veel voorkomend. Ook in Noord-Italie en de Camargue (Frankrijk) komt het virus sinds oktober 2008 voor. Steeds zijn het uitbraken van WNV-stammen van het type 1.

    Het is een ziekte die fatale gevolgen kan hebben voor uw paard. Zowel vogels, insecten, zoogdieren en mensen kunnen besmet worden met WNV.

    Hoe krijgen paarden het West-Nijlvirus?

    Het WNV wordt overgedragen door vrouwlijke muggen (Culex-mug).

    Trekvogels worden in Afrika besmet en brengen de ziekte zo naar Europa. Wanneer een mug hier een besmette vogel bijt, raakt deze mug zelf besmet. Besmette muggen geven dan het virus door als ze een paard, een mens of een ander dier bijten.

    De ziekte is niet besmettelijk, dus een besmet paard kan geen ander dier of mens besmetten.

    Doordat de overdracht door muggen gebeurt, is het voorkomen van WNV sezoensgebonden en treedt voornamelijk op van juni tot en met oktober.

  • Vaak zien we problemen en zelfs sterfte bij paarden, pony's of ezels door het eten van giftige planten, struiken of bomen. Ze grazen de giftige planten in de weide, eten het op als snoeisel of gemengd in het hooi of voordroog.

    Bij de meeste paardeneigenaars is het grote gevaar van Taxus, dat zelfs in erg kleine hoeveelheid dodelijk kan zijn, wel gekend. De laatste jaren zien we meer en meer problemen met Jacobskruiskruid in de weides. Nogal wat planten, struiken en bomen zijn giftig voor onze paarden. Via onderstaande links vind je heel wat nuttige informatie.

    De meest beruchte giftige planten, struiken en bomen - dossier door Hilde Nelis (fac. Diergeneeskunde UGent)

    Wiki-lijst van giftige planten op bokt.nl

    Jacobskruiskruid, dossier samengesteld door vzw Vlaams Paardenloket

    Jacobskruiskruid: advies van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek

    Onderzoek op giftige planten in hooi of voordroog door GD in Nederland